Nl-Fr

Deel 15: Laptop - notebook - handheld - palmtop

Toen begin de 80-er jaren de personal computer van IBM en de kloons daarvan zeer populair begonnen te worden voor kantoor- en thuisgebruik, rees ook meteen de vraag naar draagbare versies van deze "desktop"-computers, zodat het idee van een "mobiel kantoor" kon waargemaakt worden.
Zowel IBM als Compaq brachten toen een draagbare computer op de markt: computer, beeldscherm en klavier vormden één geheel, en er zat een handvat aan. Het ging dan om een kast ter grootte van een flinke Samsonite-case, met een gewicht van om en bij de 10 kg. De zijkant van deze koffer kon afgenomen en gebruikt worden als klavier. Het ingebouwde beeldscherm was een kleine versie van de TV-achtige monitor zoals die nog steeds gebruikt wordt bij desktop computers, maar dan met een schermdiameter van 15 cm. Ondanks het enorme gewicht was er geen ingebouwde batterij: daarvoor verbruikte oa. het ingebouwde scherm teveel stroom. Verplaatsbaar waren deze toestellen wel, maar echt draagbaar kon men ze toch niet noemen.

Laptop

Echte draagbaarheid kwam er pas begin de 90-er jaren toen men laptop-modellen begon te maken: een openvouwbaar geheel, waarvan de grondplaat het klavier bevatte, en het openklappende deel het platte LCR-beeldscherm was. Dergelijke modellen werden ook reeds met een 386-processor uitgerust, zodat er ook Windows op gedraaid kon worden. Ook was er een ingebouwde batterij, zodat je een uurtje kon werken zonder stroomvoorziening.
De huidige laptops zijn nog steeds op de dezelfde manier gebouwd. Klassiek zijn de buitenafmetingen enkele cm groter dan een A4-blad (en dat moet ook om het 13- tot 15-duim grote LCR-beeldscherm te huisvesten), 3-5 cm dik, en bevatten ze bijna evenveel rekenkracht als een moderne desktop computer. Doordat ze speciale, verkleinde versies van Pentium II of &endash;III processoren bevatten, een extra compacte harde schijf, en een litheon-batterij kunnen ze tot 4 uur autonoom werken. Sommige modellen kunnen daarbij nog met een dubbele batterij uitgerust worden, waardoor de autonomie verdubbelt. Als u een laptop koopt, moet u wel nakijken dat er een ingebouwde USB-poort aanwezig is (gemakkelijk om randapparatuur aan te sluiten), een ingebouwde modem (zodat u overal bv. uw email kan opvragen), en minstens 2 PCMCIA-uitbreidingssloten. Deze laatste zijn schuifjes waarin uitbreidingskaarten van het formaat van een creditkaart passen. Deze uitbreidingskaarten kunnen van allerlei aard zijn, zoals een netwerkkaart, GSM-connectie, modem, extern opslagmedium, etc. Om met andere apparaten vlot te kunnen communiceren zoals een andere laptop, uw GSM of uw PDA (cfr. infra) is een ingebouwde infrarode poort (IrDA) ook wel handig meegenomen.
De extra lichte (1,5 kg) en platte laptops (2 cm) bevatten meestal géén ingebouwde floppy en CD-ROM, maar kunnen deze als losse apparaten aangesloten worden. In de wat dikkere en zwaardere (3 kg) types zijn deze ingebouwd.
De afmetingen van de LCD-schermen in de moderne laptops zijn gelijk aan deze van een desktop-computer, en ook het klavier biedt hetzelfde comfort. De ingebouwde touch-pad of navigatie-knop op het klavier die de muis vervangt is even wennen, maar werkt na een tijdje even vlot als een klassieke muis.
Waarom werkt dan niet iedereen met een laptop? Omwille van de prijs! Een laptop met dezelfde technische specificaties als een desktop zal ongeveer het dubbele kosten van de desktop. Je kan dan ofwel één laptop kopen en deze steeds transporteren van en naar het werk, ofwel twee desktop-PC's kopen: één voor thuis en één voor op het werk. Aan u de keuze. Wie even onderweg is van en naar het werk en hiervoor het openbaar vervoer gebruikt, is een laptop: je kan immers deze tijd dan nuttig gebruiken om één of ander computer-werkje af te ronden (zoals bv. het schrijven van dit artikel).

Notebook

Wie een laptop nog te groot of te zwaar vindt om steeds mee te nemen, kan overstappen naar een notebook: deze zijn ongeveer half zo groot als een A4-blad. Het ingebouwde scherm is dan uiteraard een stuk kleiner, en de processor en RAM-geheugen zijn ook niet zo krachtig. Notebooks zijn uitermate geschikt als tussendoor-oplossing, maar geen "desktop-vervangers" zoals de laptops.
Nota: de woorden laptop en notebook worden vaak door mekaar gebruikt. De meeste bezitters van een draagbare computer van A4-grootte zullen dan ook spreken van hun "notebook".
Tegenwoordig vind je laptops en notebooks van allerlei merken, waarbij de 'gekende' merken zoals Toshiba Portété, Compaq, Sony Vaio, Hewlett-Packard etc. steeds wat duurder zijn dan de minder gekende merken zoals Acer, Dell, Asus, Packard Bell,... Wie echter naar de technische specificaties kijkt (en welke hardware-componenten er in de computer zitten), vindt echter soms opvallend weinig technische verschillen tussen computers met een aanzienlijk prijsverschil.
De prijs wordt vooral bepaald door de schermdiameter: een 13-duims schermdiameter (met resolutie 800x600) is nog wat goedkoper dan de 14-duims (met 1024x768 resolutie, die tegenwoordig wel de standaard is). Een 15-duims scherm (zeker met 1280x1024 resolutie) is momenteel alleen nog voor de meer gefortuneerden weggelegd.

Handheld

Nog (veel) kleiner is de handheld computer. Dit zijn openklapbare computertjes die in een (grote) broekzak passen. Ze bevatten steeds een LCD-scherm(pje), en een klaviertje met kleine toetsen, zoals bij een rekenmachine. Het doel van deze handhelds is dubbel. Enerzijds bieden ze in beperkte mate de mogelijkheid om klassieke kantoortoepassingen uit te voeren zoals tekstverwerking, spreadsheet,... en daarnaast bevatten ze software waardoor ze als PDA (Personal Digital Assistant) kunnen dienst doen. Een PDA bevat een agenda-functie die uw zakagenda vervangt, en houdt een lijst bij van taken die u nog te doen hebt. Daarnaast bevat een PDA ook een register van al uw kennissen, en andere "contacten" met telefoon, faxnummer en email-adres, en bevat meestal ook nog een lijst "memo's" die de gele post-it briefjes vervangen die u aan de koelkast hebt kleven.
Omdat in het verleden hele carrières gesneuveld zijn door het verlies van een PDA, wordt bijna steeds software meegeleverd die een backup maakt van al deze cruciale gegevens in uw PDA op uw desktop-computer. Ook is er soms synchronisatie-software beschikbaar, die de gegevens van uw PDA copieert naar de PDA-software van uw dekstop computer (zoals Microsoft Outlook, Palm Desktop, Lotus Organiser, Symantec ACT!, Starfish Sidekick,...) en vice versa. Zo hebt u steeds dezelfde agenda-gegevens, contacten, memo's etc. op uw PDA en desktop staan.
De uitvinder van het concept "handheld" is zeker wel Psion. Alle Psion-sofware draait onder een eigen operating systeem, "EPOC" genaamd. In hun assortiment vind je vooreerst de Psion 3, die nu door de Psion Revo vervangen wordt. Dit is een louter PDA-gericht toestel. Daarnaast is er de Psion 5, die iets groter en zwaarder is, maar die naast een uitstekende PDA ook een bruikbare tekstverwerker, spreadsheet, tekenprogramma en nog enkele andere ingebouwde programma's heeft. Van recentere makelij is de Psion 7, die wel een flink stuk groter is en eigenlijk op de grens tussen handheld en notebook zit. De Psion Revo en 5 werken op batterijen die om de paar maanden vervangen dienen te worden. Op het Internet vind je massa's programma's die je op de Psion handhelds kan plaatsen voor zeer specifieke doeleinden, oa. op de website van psion zelf en op Tucows.
Microsoft zou Microsoft niet zijn als het niet inpikte op het groeiende succes van de handhelds, en bracht in 1997 een mini-versie van Windows uit (Windows CE) die op handhelds van verschillende merken kon draaien. Zo brachten o.a. Philips, Compaq, Hewlett-Packard en nog andere merken handhelds op de markt die met Windows CE als besturingssyteem werken. Helaas heeft Windows CE enkele typische Windows-euvels: het loopt net iets te makkelijk vast (en dat is echt niet prettig op een PDA), en loopt te traag op de hardware waarvoor het bedoeld is. Het succes van Windows CE is dan ook slechts beperkt en Philips heeft dan ook de productie van zijn Velo-handhelds stopgezet.

Palmtop

Voor wie een handheld nog te omvangrijk is, bestaan er ook palmtop computers. Deze zijn slechts zo groot als een portefeuille, en hooguit één cm dik. Ze bevatten steeds een LCD-scherm, maar géén klavier. Het invoeren van gegevens gebeurt via een schrijfstift op het LCD-scherm. Palmtop computers worden uitsluitend als PDA gebruikt. Meestal wordt hierbij een "cradle" geleverd. Deze verbindt je palmtop met je desktop computer via de seriële poort. Wanneer je de palmtop in deze houder legt, wordt de batterij opgeladen en worden de gegevens weer gesynchroniseerd met de PDA-software van de dekstop.
Nadat de eerste palmtop computer van Apple een stille dood stierf, bracht Palm Computing in 1995 de "Palm Pilot" PDA op de markt. Deze viel op door zijn compacte design en zeer eenvoudige aanpak. Er was enkel een agenda, to-do-list, contact manager en memobook ingebouwd. Deze eenvoudige aanpak was de oorzaak van het waanzinnige succes van de Palmpilot, tegenwoordig "Palm" genoemd, en bijna synoniem voor "palmtop computer". Tegenwoordig zijn er verschillende Palms op de markt, de III- en de V-serie. De III serie is wat logger en de V-serie valt op door zijn unieke slanke design. Van alle verkochte palmtop computers is 70% van het Palm-type (ondertussen eigendom van 3COM. In de VS is dit zelfs 80%!
Ook voor de Palms (die als operating systeem "PalmOS" hebben) bestaat er een schat aan software die je op het Internet kan vinden. Op Tucows vind je onder meer een honderdtal medische utilities, waaronder verschillende voor oogartsen. Wie reeds een palm heeft, moet zeker de aankoop van ActionNames overwegen waardoor de functionaliteit van de ingebouwde programma's nog flink uitgebreid wordt.
Microsoft heeft het succes van de Palm's natuurlijk ook opgemerkt. Omstreeks deze tijd is dan ook de derde versie van Windows CE uitgebracht, die omwille van de slechte reputatie van Windows CE nu "PocketPC" genoemd werd. Vergeleken met het PalmOS is er wat betere multimedia-ondersteuning. Je kan een digitale camera aansluiten om je plaatjes te bekijken, en er MP3-liedjes mee afspelen. Over het nut hiervan kan men zich echter vragen stellen, te meer daar dit gepaard gaat met een flinke meerprijs.

Een laptop aankopen als dekstop-vervangende computer is alleszins een dure zaak: voor hetzelfde geld kan u immers 2 dekstop computers kopen.
Wie beperkt kantoorwerk onderweg wil doen zonder de aanschaf van een dure laptop, kan de aanschaf van een Psion-handheld overwegen. Deze heeft daarbij ook nog het voordeel een uitstekende PDA te zijn.
Wie echter al een desktop- of laptop-computer heeft maar ook onderweg zijn electronische agenda of adresboek wil raadplegen, raad ik de aanschaf van een palmtop computer aan. Op dit ogenblik is naar mijn mening de Palm Vx zeker de beste koop. Dit toestel past in iedere vestzak, maar biedt alles wat u van een PDA kan verwachten. Het valt af te wachten of Pocket PC van Windows het huidige marktoverwicht van Palm kan veranderen.

Dr. Peter Stalmans
Dienst Oogziekten UZLeuven

top ^